Kort samengevat:
Je communicatievraagstuk betreft bestaande informatie voor een specifieke groep mensen op stadsdeelniveau. In het geval van deze vorm van informatie mag je er niet meer zomaar vanuit gaan dat mensen zelf op zoek gaan naar informatie. Als je ze wil bereiken, moet je actief communiceren.
Alle vormen van bestaande informatie moeten ook opvraagbaar zijn bij het KlantenContactCentrum van de gemeente Eindhoven. (wat niet betekend dat alle informatie ook daadwerkelijk fysiek in het informatiecentrum moet liggen!)
Bestaande informatie op stadsdeelniveau (middelen en kanalen):
- zorg dat de informatie beschikbaar is in buurthuizen of andere lokale ontmoetingsplekken.
- zorg dat de informatie beschikbaar is op de stadsdeelsites op eindhoven.nl
- zorg dat de informatie beschikbaar is op eventuele particuliere websites van stadsdelen.
- attendeer nieuwkomers in een stadsdeel op deze vorm van informatie.
- zorg voor duidelijke, eenvoudige informatie.
- inhoud is vooral belangrijk, niet de vorm.
Hulpmiddel
Type burger | Informatie-zoekgedrag1 | Informatie-verwerking2 |
---|---|---|
A | + + | + + |
B | + | + |
C | + | + + |
D | - | + |
E | - | + |
F | - - | - |
G | - | - |
H | - - | - - |
- Wanneer je te maken hebt met mensen met een lage waarschijnlijkheid van informatiezoekgedrag en informatieverwerking is het verstandig om niet teveel tijd en geld aan deze groep te besteden. Het effect is erg laag en niemand zal dus reageren of de informatie oppikken.
- Als de vorige groep wel belangrijk is voor de organisatie kun je ze het beste bereiken door informatieverwerking te stimuleren, want ze zullen de informatie nooit zelf zoeken. Dit kan genoeg zijn om deze groep mensen genoeg te stimuleren om het probleem te herkennen.
- Wanneer je een groep mensen hebt die wel informatie verwerkt, maar geen informatie zoekt, is er een andere strategie nodig. Deze passieve groep kan het beste bereikt worden door de informatie stijlvol en creatief te maken, zodat deze groep het toch oppikt.
- Maar ook voor het actieve publiek is er een strategie. Het is belangrijk om deze groep mensen te blijven communiceren, anders gaan ze hun informatie ergens anders zoeken. Ze baseren hun houding en gedrag dan op deze informatie en die kan verschillen van wat je eigen organisatie wil uitdragen.
- Kortom, je moet niet verwachten dat je beperkingen, houding en gedrag verandert bij het grootste deel van je publiek. Vooral de mensen met een hoge betrokkenheid die het probleem herkennen zijn goed te beïnvloeden en bij niet meer dan de aangetoonde 40% gaat het zo ver. Dus zorg ervoor dat jouw boodschap aansluit bij de doelgroep die er het beste bij past, alleen dan kun je de meeste mensen bereiken.
Kenmerken van groepen verder specificeren
Gaat je communicatievraagstuk over een specifieke groep binnen het stadsdeel, dan volgen hier enkele handvaten om die groepen te 'vinden'.
1. Groepen af te leiden uit demografische kenmerken (leeftijd, geslacht, nationaliteit, etniciteit of beroep) —> een groep als deze is vrij gemakkelijk benaderbaar, want van al je inwoners zijn dit soort kenmerken opgeslagen in het GBA3 of wat globaler in de buurtmonitor. Op het moment dat mensen van 'groep' veranderen, kun je deze mensen benaderen (voorbeeld: iemand wordt 65 en krijgt informatie over de 65+ pas). Let wel op dat je niet gaat generaliseren.
Meer informatie over mediagedrag gekoppeld aan demografische kenmerken
2. Groepen af te leiden uit sociaal-economische kenmerken (status, inkomen, uitkeringen, religie, stemgedrag, huishoudens en opleidingsniveau) —> veel informatie over dit soort gegevens is te vinden in de buurtmonitor.
Meer informatie over mediagedrag gekoppeld aan sociaal-economische kenmerken
Informatie over het bereiken van allochtonen, jongeren, senioren en laaggeletterden zijn apart opgenomen in deze wiki.
- Informatie toegankelijk maken voor allochtonen
- Informatie toegankelijk maken voor senioren
- Informatie toegankelijk maken voor jongeren
- Informatie toegankelijk maken voor laaggeletterden