Advies

Kort samengevat:
Je werkt met bestaande informatie voor een specifieke groep in de hele gemeente (stadsniveau) (voorbeeld: speciale regelingen voor senioren of allochtonen in de gemeente). In het geval van deze vorm van informatie mag je er niet meer zomaar vanuit gaan dat mensen zelf op zoek gaan naar informatie. Als je ze wil bereiken, moet je actief communiceren.

Alle vormen van bestaande informatie moeten ook opvraagbaar zijn bij het KlantenContactCentrum van de gemeente Eindhoven. (wat niet betekend dat alle informatie ook daadwerkelijk fysiek in het informatiecentrum moet liggen!)

Bestaande informatie op stadniveau (kanalen & middelen):

  • zorg dat de informatie beschikbaar is via website van de gemeente Eindhoven.
  • attendeer nieuwkomers in de stad op deze vorm van informatie (als die op ze van toepassing is).
  • heldere en duidelijke informatie.
  • vooral de inhoud is belangrijk (vorm wordt pas belangrijk als je echt wil dat iedereen in de gemeente weet dat die informatie bestaat)

Hulpmiddel

Type burger Informatie-zoekgedrag1 Informatie-verwerking2
A + + + +
B + +
C + + +
D - +
E - +
F - - -
G - -
H - - - -
  1. Wanneer je te maken hebt met mensen met een lage waarschijnlijkheid van informatiezoekgedrag en informatieverwerking is het verstandig om niet teveel tijd en geld aan deze groep te besteden. Het effect is erg laag en niemand zal dus reageren of de informatie oppikken.
  2. Als de vorige groep wel belangrijk is voor de organisatie kun je ze het beste bereiken door informatieverwerking te stimuleren, want ze zullen de informatie nooit zelf zoeken. Dit kan genoeg zijn om deze groep mensen genoeg te stimuleren om het probleem te herkennen.
  3. Wanneer je een groep mensen hebt die wel informatie verwerkt, maar geen informatie zoekt, is er een andere strategie nodig. Deze passieve groep kan het beste bereikt worden door de informatie stijlvol en creatief te maken, zodat deze groep het toch oppikt.
  4. Maar ook voor het actieve publiek is er een strategie. Het is belangrijk om deze groep mensen te blijven communiceren, anders gaan ze hun informatie ergens anders zoeken. Ze baseren hun houding en gedrag dan op deze informatie en die kan verschillen van wat je eigen organisatie wil uitdragen.
  5. Kortom, je moet niet verwachten dat je beperkingen, houding en gedrag verandert bij het grootste deel van je publiek. Vooral de mensen met een hoge betrokkenheid die het probleem herkennen zijn goed te beïnvloeden en bij niet meer dan de aangetoonde 40% gaat het zo ver. Dus zorg ervoor dat jouw boodschap aansluit bij de doelgroep die er het beste bij past, alleen dan kun je de meeste mensen bereiken.

Kenmerken van groepen verder specificeren
In het geval van specifieke groepen op stadsniveau, is het goed om te kijken waar deze groepen zich ongeveer bevinden. Daar zijn enkele handvaten voor.

1. Groepen af te leiden uit demografische kenmerken (leeftijd, geslacht, nationaliteit, etniciteit of beroep) —> een groep als deze is vrij gemakkelijk benaderbaar, want van al je inwoners zijn dit soort kenmerken opgeslagen in het GBA3 of wat globaler in de buurtmonitor. Op het moment dat mensen van 'groep' veranderen, kun je deze mensen benaderen (voorbeeld: iemand wordt 65 en krijgt informatie over de 65+ pas). Let wel op dat je niet gaat generaliseren.

Meer informatie over mediagedrag gekoppeld aan demografische kenmerken

2. Groepen af te leiden uit sociaal-economische kenmerken (status, inkomen, uitkeringen, religie, stemgedrag, huishoudens en opleidingsniveau) —> veel informatie over dit soort gegevens is te vinden in de buurtmonitor.

Meer informatie over mediagedrag gekoppeld aan sociaal-economische kenmerken

Informatie over het bereiken van allochtonen, jongeren, senioren en laaggeletterden zijn apart opgenomen in deze wiki.

Unless otherwise stated, the content of this page is licensed under Creative Commons Attribution-Share Alike 2.5 License.